Het Rode en Groene beertje gaan altijd met me mee op kennismaking.
We praten dan over ‘beren op de weg’ en ik leg het verschil uit tussen beiden. Dat maakt meestal indruk, geeft herkenning en nodigt uit tot het vertellen van een persoonlijk verhaal.

Zo ook deze keer. De jongen bij wie ik kom kennismaken begrijpt het en geeft gelijk een voorbeeld van een Rode gedachte die hij hij vaak heeft.

Aan het einde van de eerste ontmoeting in mijn Coachbus vraag ik hem of hij nog vragen heeft. Hij lijkt even te aarzelen en vraagt dan waar de beertjes bij mij in huis staan én of ze misschien ook op mijn nachtkastje staan? Ik vertel dat er één paar bij mij thuis in de keuken staat en dat het andere paar in de bus woont. Ze staan niet op mijn nachtkastje. Dat zou natuurlijk wel kunnen.
Wil hij ze soms op zijn nachtkastje? Kunnen ze daar wat voor hem betekenen? Hij weet het (nog) niet. Een volgende keer misschien…