Onze jongste hangt boven zijn Frans boek. Hij heeft een toets en krijgt het niet in zijn hoofd. Een portie frustratie later besluit hij zijn rondje te gaan doen op de sportschool. Na thuiskomst buigt hij zich direct weer over zijn Franse woordjes. Kort daarop roept hij verwonderd uit dat hij al bijna klaar is omdat het nu opeens veel lekkerder gaat.

De twee oudsten hebben schoolexamens, een hele week. Ze moeten veel ‘stof’ bestuderen. Ze hebben het stressende gevoel dat het eigenlijk niet in de tijd past. Ze plannen daarom geen ruimte voor sporten en bewegen in. Ik bespreek dit met ze en in goed vertrouwen roosteren ze ook de fitness, het dansen en hardlopen in. We spreken ook af dat we tussendoor een frisse neus halen. De tentamenweek is nu achter de rug en de planning uitgevoerd. Ze zeggen dat het goed bevallen is, want:

  • Hun bloed ging weer lekker stromen (ze kwamen ook met meer kleur op hun gezicht thuis).
  • Het gaf afleiding en relativeerde (er is nog meer te beleven dan toetsen).
  • Bewegen ordende het bestudeerde en de gedachten, het ruimde het hoofd op.
  • Lichaamsinspanning activeerde de hersenen en gaf focus.
  • Het was zelfs lekker spierpijn te hebben en tijdens het leren je lijf te voelen.
  • De frisse neus in de vrieskou maakte wakker en gaf mogelijkheid voor reflectie.

Hierdoor krijg ik nóg meer motivatie om buiten in beweging te komen met de kinderen en tieners die ik ontmoet met mijn Coachbus. Het geeft ze meer balans en veerkracht!

Vanuit de theorie bekeken
Wetenschapsjournalist Mark Mieras bevestigt in zijn literatuurstudies ‘Buitentijd is leertijd’ en ‘Beetje natuur grote invloed’ bovenstaande ervaringen. Hij schrijft bijvoorbeeld:

‘Stevige fysieke inspanning stimuleert de hersenen om meer groeifactoren te produceren. Dat zijn stoffen die hersencellen prikkelen om sneller nieuwe verbindingen te laten groeien en bestaande verbindingen aan te passen.
Beweging stimuleert de gerichte aandacht, die gestalte geeft aan innerlijke plannen en doelen en reflectie stimuleert.

Mensen kunnen zich beter concentreren – hebben meer macht over hun aandacht – na een wandeling buiten -, doordat hun hersenen eventjes niet zijn blootgesteld aan het bombardement van aandachtsprikkels van de omgeving.
Terwijl een kind wandelt, schommelt, hinkelt of naar de blaadjes van een boom kijkt, zijn zijn hersenen zichzelf aan het ordenen. Dat wil zeggen recente kennis integreren en vastleggen, ervaringen verbinden, problemen oplossen en nadenken over toekomstige situaties. 
Puzzelstukjes vallen in elkaar, de grote lijn wordt zichtbaar en het kan een breder perspectief kiezen.’

Albert Einstein zei het ook al: ‘Het leven is als fietsen, om je balans te houden, moet je blijven bewegen.’

 

http://www.ruimtevoordejeugd.nl/Natuur-groen/literatuurstudie-beetje-natuur-grote-invloed.html

http://www.mieras.nl/schrijven/buitentijd-leertijd/