“Ik weet niet of de nieuwe hut er nog is”, zegt hij als ik hem ophaal. Als we parkeren bij het bos, ziet hij gelijk dat hij weg is. “Ik dacht het al…” We kijken een tijdje naar de lege plek. Ik zie aan zijn blik dat er in zijn hoofd een dialoog wordt gevoerd. Na een poosje stapt hij uit de bus om polshoogte te nemen. Hij inspecteert de ravage en sjouwt met wat takken. “Het is de wind geweest; hij is omgewaaid. Hij is vast niet door anderen vernield”, concludeert hij.
Hij voelt zich minder boos dan de vorige keer. Nu geeft hij zijn boosheid een 5, toen een 7, op een schaal van 0 – 10. Hij legt me uit hoe dat komt:
- Hij had al een vermoeden en was dus voorbereid.
- Hij heeft de teleurstelling al eens meegemaakt.
- Hij weet uit ervaring dat hij weer opnieuw kan beginnen.
- Een nieuwe hut kan hij nog mooier maken, met bijvoorbeeld een achterdeur.
Dit zijn voor hem helpende gedachten om met zijn boosheid en de lastige situatie om te gaan.
Hij gaat een nieuwe hut bouwen, sterker en meer beschut. Het wordt zijn éigen hut, zelf ontworpen en gebouwd. Hij de architect, ik de aannemer. We hebben het over de risico’s van het hebben van een hut in het bos. Die heeft hij inmiddels aan de lijve ervaren. Anderen mogen er mee spelen, maar het niet kapot maken. Hij wil zijn nieuwe hut verdedigen. Hij ontdekt ‘kastruimte’ in de boom en verzamelt daar enkele ‘wapenstokken’…
Met Rots&Water oefenen we om stevig te staan en voor jezelf (óf je hut) op te komen. We oefenen hoe je op een heldere en respectvolle manier je grens aan kunt geven of een ander uit kunt nodigen om samen te spelen.